Karolien schrijft over het missen van hun kleine held Idas*, kleine broer van Orson en grote broer van Coco. Hun kindje dat na een zwangerschap van 38 weken stil geboren werd, zo snel weer vertrok… Ze schrijft over hoe ze hem, voor altijd, een warme plaats geven, dichtbij, en hoe ze op zoek zijn om van dit verhaal uiteindelijk ook iets waardevol te maken.
Mama, kan jij Idas terug gaan halen?
Mijn dochter kijkt me, hoopvol, aan.Â
Coco, bijna vijf, mist de broer, die ze nooit heeft gekend.
De laatste tijd praat ze dagelijks over hem.Â
Ze merkt het onmiddellijk op als de foto van Idas verplaatst is.
Ze speelt dat vos Idas is en neemt afscheid van hem, als ze naar school vertrekt.
‘Als we op school over de A leren, dan ga ik AAP en IdAs zeggen tegen de juf!’ vertelt ze honderduit.Â
Idas komt niet terug, zeg ik zacht.
Misschien helpt het, als je erover tekent?
Ik aai over haar bol en werp papier en stiften.Â
Terwijl ik de keuken van chaos naar orde breng, tekent ze in stilte op papier.
‘Kijk, mama, de ster en de zon wensen mij dat Idas terugkomt in mijn hartje, kijk via deze buis’.
Het is vertederend om te zien hoe hard ze met hem bezig is.Â
‘Mama, ik heb gevraagd aan Idas, dat hij terugkomt in jouw buik en dat hij dan zal blijven leven,’ gaat ze verder.Â
Ik weet niet wat te antwoorden. Hoe lang heb ik deze wens stiekem zelf niet gehad?
Maar nu is ons gezin rond. Onze kinderwens ligt achter ons.
Hier en nu is er een zoon, een dochter en pleegdochter, die ons leven meer dan vullen.Â
Idas, zit in mijn hart, antwoord ik.Â
Net voor ze het tekenen laat voor wat het is, net voor ze met handschoenen en muts huppelt door de tuin op zoek naar bloemen tussen winters gras, draait ze zich om en zegt ze vastberaden:Â
Nee, mama, Idas zit in MIJN hart.