Karolien schrijft over het missen van hun kleine held Idas*, kleine broer van Orson en grote broer van Coco. Hun kindje dat na een zwangerschap van 38 weken stil geboren werd, zo snel weer vertrok… Ze schrijft over hoe ze hem, voor altijd, een warme plaats geven, dichtbij, en hoe ze op zoek zijn om van dit verhaal uiteindelijk ook iets waardevol te maken.
Omsingeld door bananendozen.
Een hoekje spullen voor de kringloop.
We verhuizen.Â
Ons nieuwe huis wordt klaargestoomd.
De verbouwing liep vertraging op.
Een klassieker.Â
De nieuwe bewoners staan al voor de deur.
Dus verhuizen wij, in tussentijd, naar een tijdelijke plek.Â
Destijds voelden we ons overweldigd door de vraag of we Idas wilden begraven of cremeren.
De schok was groot.
Een krater werd geslagen tussen babywinkels en begrafenisondernemers,
tussen met en zonder.Â
We kozen voor een crematie, dat we Idas mee konden verhuizen,
de dag dat we dat ooit zouden willen, gaf de doorslag.Â
Uiteindelijk blijven we in dezelfde stad. Dat was zeven jaar geleden nog onduidelijk.
Onze keuze voor crematie had dus evengoed een graf kunnen zijn.Â
Idas verhuist.
Twee keer.Â
Ik zou zijn urne in een doos kunnen stoppen tussen boeken en speelgoed. Maar het idee dat hij twee maanden alleen zou zijn, wachtend op ons in dat grote, stoffige huis, waar hevig geklopt en getimmerd wordt, rijmt niet.Â
Ik kijk naar de urne.
Jij verhuist mee, zeg ik. Gezellig met ons.
Eerst in een klein appartementje om twee maanden later te landen op onze vaste stek. Samen.Â