De feestdagen… Elk jaar opnieuw kijken velen er naar uit, het is een moment om samen met familie en geliefden door te brengen. Het zijn echter niet voor iedereen vreugdevolle tijden. Voor sommigen is het ook een moment om terug te denken aan wie we verloren hebben, aan wat had kunnen zijn.
Vanavond heb ik afgesproken met Liesbet, iemand die dit gevoel maar al te goed kent. 10 jaar geleden verloren zij en haar echtgenote Saskia hun eerste kindje Otis* vlak voor de feestdagen. Ze is praatgroepbegeleider voor Met Lege Handen en ik wilde graag van haar horen hoe zij de feestdagen beleeft samen met haar gezin na het verlies.
Wat is het verhaal van Otis?
“Het is inderdaad nu in december reeds 10 jaar geleden dat Saskia en ik ons eerste kindje Otis* verloren zijn. Na enkele maanden van normale zwangerschap zonder alarmerende signalen voelde ik op 34 weken tijd toch precies dat er iets niet klopte. Toen zijn we naar het ziekenhuis gegaan en daar hebben ze vastgesteld dat Otis* reeds enkele dagen overleden bleek te zijn in mijn buik. Wat er nadien allemaal op je afkomt is echt op kruissnelheid, de afscheidsviering, de geboorte/overlijdensberichten, de emoties… De afscheidsviering was op 15 december, dus heel kort bij de periode van de feestdagen. Ik had me voorgenomen dat ik tijdens Kerstmis en Nieuwjaar met een enorm zwangere buik ging rondlopen aangezien ik in januari ging bevallen, maar ineens was die buik er niet meer, net als het perspectief van een kindje. Dat besef op dagen als kerst is ontzettend zwaar.”
Hoe hebben jij en je echtgenote de dagen nadien doorgebracht? Want niet alleen waren jullie net jullie kindje verloren, maar overal rondom jullie zit iedereen in kerstsfeer.
“De dagen nadien waren echt absurd. Het was voorzien dat ik nog enkele weken ging werken maar ik heb dat uiteraard toen niet gedaan. Alles viel stil op een moment dat we nog veel zouden regelen. Niet alleen dat, maar er was ook steeds de vraag van “Wat gaan we doen met kerstavond?”. Dat was absoluut niet waar ik toen mee bezig was en ik werd zelfs kwaad als men het mij vroeg. Ik werd boos omdat vrienden en familie met de feestdagen bezig waren, ik vond dat banaal. Het laatste waar ik aan dacht waren de feesten, maar ergens besefte ik wel dat we er sowieso gingen moeten door geraken. En achteraf gezien waren de vragen natuurlijk ook vanuit de beste bedoelingen gesteld, dat besef ik nu zeker wel.
Gelukkig zijn er in de familie nooit echt grote dingen gepland tijdens die dagen, het is eerder in intieme sfeer, dus we hebben op ons eigen tempo en rekening houdend met onze eigen behoeftes die dagen kunnen doorbrengen. Je zit in tweestrijd, want ergens wil je dat de feestdagen verlopen zoals anders, maar je beseft dat de situatie alles behalve normaal is. Je wilt dat de wereld blijft doordraaien, maar ook dat hij even blijft stilstaan.
Iets waar ik wel veel rekening mee heb gehouden en nu vandaag nog steeds, is om rekening te houden met mijn eigen noden. Waar verwachten ze mij en vooral, wat verwachten ze van mij? Als ik ergens naartoe ga, ga ik samen met mijn verdriet, ik ga niet doen alsof er niets aan de hand is en ik ga me niet bezighouden met dingen die niet om Otis* of verbinding draaien. Ik heb toen bewust gekozen om niet naar de recepties op het werk te gaan of naar andere feestjes. We hebben in beperkte kring de dagen doorgebracht en zo veel mogelijk alles in teken van Otis* gedaan.
Is het ondertussen een soort traditie geworden om Otis* te blijven betrekken tijdens de feestdagen?
“Toch wel, die dagen zullen altijd verbonden blijven met hem. Bijvoorbeeld de ijstaart op kerstavond is bij ons steeds in de vorm van een paddenstoel, want dat was het symbool van op zijn geboortekaartje. Met Sinterklaas staat er voor hem ook nog steeds een schoentje klaar samen met die van Ida en Emil, onze 2 andere kinderen. Met Nieuwjaar krijgen we voor Otis* ook een enveloppe met centjes, die doneren we aan Met Lege Handen. Ook in het dagelijkse leven blijven we hem er nog bij betrekken. Soms bij de kleinste dingen, zoals zijn broer of zus die een tekening van het gezin maken en hem er bij tekenen. Of als we thuis beslissen waar we naartoe gaan en stemmen, dan zeggen ze vaak “Ik denk dat Otis* toch liever mee zou gaan zwemmen!”. Ook al hebben ze Otis* nooit gekend, ze weten dat hij hun oudere broertje is. Bij een verjaardag krijgen we vaak een bloemetje of een kaarsje voor hem. Hij zal altijd deel blijven uitmaken van ons gezin.
Merk je een evolutie in de voorbije 10 jaar van hoe jullie er als gezin mee om gaan?
“Wij zijn er als gezin altijd over blijven praten, want hoe kan het ook anders? We weten ondertussen wat het is om de feestdagen zonder hem te moeten doorbrengen. We weten hoe het is om op vakantie te gaan zonder hem, hoe het voelt wanneer zijn verjaardag er zit aan te komen… Dat is een verdriet dat blijft en het hoort bij ons. Op sommige momenten is het meer aanwezig dan op andere. Het is onvoorspelbaar wanneer het verdriet je gaat raken.
Toch verandert dat ook in de loop van de tijd wanneer en wat moeilijk is. Vroeger had ik enorm veel moeite met geboortekaartjes of lompe opmerkingen van mensen en was ik volledig van de kaart. In de loop der jaren heb ik geleerd hoe er mee om te gaan. Het wordt milder, en gelukkig maar, maar het is een lange weg eer je terug een gevoel van geluk opnieuw kan leren ervaren. Ik heb veel om gelukkig voor te zijn en dat heb ik opnieuw moeten leren appreciëren. Ik heb een fantastisch gezin met nog 2 mooie kinderen er bij gekregen. Ik durf opnieuw mezelf gelukkig te noemen met wat het leven mij heeft gegeven en daar ben ik dankbaar voor. Ergens ben ik ook dankbaar voor Otis*, want hij heeft er mee voor gezorgd om van mij de persoon te maken die ik vandaag ben. Ook al had ik hem veel liever bij mij gehad, ik zou mij niet kunnen inbeelden dat ik nooit zwanger van hem zou geweest zijn en hem nooit had leren kennen.
In het dagelijkse leven weeg ik soms af wanneer ik wel of niet over Otis* wil vertellen. Ik wil me comfortabel voelen om het verhaal te delen. En vaak wanneer ik merk dat mensen het niet goed snappen als ik zeg dat ik eigenlijk 3 kinderen heb, of wanneer het mij even niet zo goed afgaat, praat ik in mijn hoofd met Otis*. Kleine dingen zoals: “Dat was nu toch wel een rare opmerking van die persoon, hé jongen? Niks van aantrekken, wij weten wel beter.” In mijn hoofd is hij ondertussen ook al 10 jaar en draait hij ongetwijfeld dan eens met zijn ogen, iets wat tieners wel vaker doen.
Heb je nog enkele tradities waar je aan denkt met betrekking tot Otis* tijdens de feestperiode?
“Er zijn er verschillende. Bijvoorbeeld op de kerstkaartjes die we versturen staat er een stempeltje in de vorm van een paddenstoel op. De mensen weten dan dat het ook van hem komt. Elk jaar maak ik een kalender voor de familie met foto’s van de kinderen van het afgelopen jaar, en elke keer opnieuw plaats ik er ook een foto van Otis* bij. In totaal zijn er 5 kleinkinderen waarvan er jammer genoeg maar 4 rondlopen, maar de 5de maakt evenzeer deel uit van de familie en hoort er bij.
Het is voor mij ook mooi om te zien hoe Ida en Emil omgaan met hun sterrenbroertje. Het hoeft niet altijd droevig te zijn en er kan al eens gelachen worden. Ze hebben altijd meegekregen dat ze een ouder broertje hebben en ze begrijpen dat. Enkele jaren geleden is mijn schoonmoeder overleden, toen zei Emil dat hij toch blij was dat mutti nu op Otis* kon letten. Dat vind ik dan mooi om te horen.”
Wat verwacht jij van je familie en naaste omgeving wanneer de feestdagen er aankomen?
“Ik verwacht vooral dat we blijven verder doen zoals we tot nu toe hebben gedaan. Niet alleen de ijstaart of een kaarsje branden, maar hem zichtbaar kunnen houden, een plaats kunnen geven. Waar we dan ook samen komen om het te vieren heb ik graag dat er een plekje voor hem voorzien is om hem toch mee te kunnen betrekken. Wanneer we het over het gezin hebben is het voor mij heel belangrijk dat er ook over Otis* gepraat kan worden, zodat ik voel dat hij ook deel uitmaakt van het gezin.
Zelfs nu nog na 10 jaar verwacht ik dat er bij mijn familie een plaats is voor hem, want zelfs al is hij er niet, hij blijft belangrijk voor ons en ik wil hem overal bij betrekken.
Nog iets wat ik fijn vind: als mensen dankbaar zijn wanneer ze een gezond kindje op de wereld zetten. Wanneer er in mijn omgeving een geboorte plaatsvindt die goed verliep, voel ik altijd veel opluchting. Het is pas wanneer je hebt meegemaakt wat wij hebben meegemaakt dat je beseft dat een gezond kindje krijgen niet zo vanzelfsprekend is. Je wenst het niemand toe.
Het belangrijkste is vooral dat we zijn bestaan niet ontkennen: hij blijft ons eerstgeboren kindje en hoewel hij er niet meer is, heeft hij mij wel mee gevormd tot de persoon die ik vandaag ben.”
Hartelijk bedankt voor het open gesprek!
Nicola, papa van Norah*