Ben ik nog dezelfde persoon als voor ik mama werd van een sterrenkindje? Wat vind ik belangrijk? Hoe ben ik veranderd? Het zijn vragen die we ons allemaal, bewust of onbewust, stellen. Bernadette en Jana lichten hieronder toe hoe zij deze zoektocht ervaren hebben. Jana gaat daarnaast ook dieper in op hoe het voor haar is om mama te zijn van haar regenboogje.
Mama en oma, vroeger en nu (door Bernadette)
Toen in 1986 ons dochtertje stil geboren werd, stond de wereld stil. Iedereen rondom jou gaat verder, maar zelf wil je dit niet. Ik zou veel liever in mijn eigen coconnetje blijven zitten. Al snel ontdekte ik dat dit niet hielp. Maar de opmerkingen van de buitenwereld waren ook niet opwekkend.
Omdat ik toch verder moest, bouwde ik een muur om me heen zodat elk woord, elke zin me niet kon raken. Ik was wel geen flapuit, maar kon toch altijd wel meepraten.
Ik werd stiller, mengde me niet zo gauw meer in een gesprek. Vlak na het overlijden was ik enorm bang, bang om ook mijn ander kindje te verliezen. Het liefst sloot ik me thuis op want ik was bang om buiten te gaan.
Omdat ons kindje voor de maatschappij niet mocht meetellen, het mocht geen naam hebben, probeerde men ons ervan te overtuigen dat we het maar zo snel mogelijk moesten vergeten. Hoe kan men je eigen kindje vergeten en doen alsof het niet bestaan heeft? Ik werd hierover heel gesloten. Niemand benoemde je kindje nog, iedereen zweeg erover. Wat deed dat pijn! Je ben snel geraakt, hebt veel verdriet, maar wenen lukt niet. Je wordt kortaf, en soms ongenietbaar. Je zit zelf nog vol verdriet en niemand die het begrijpt, niemand die het ziet. Maar de muur beschermde me hiervoor. Voor de buitenwereld leek er niets veranderd. Het was alsof we ons leven terug hadden opgepikt en verder gingen alsof er niets gebeurd was. Maar niets was minder waar, we lieten ons verdriet thuis en de muur beschermde me.
15 jaar later mogen we ons kindje een voornaam geven. Er gaat een nieuwe wereld voor ons open. Er mag gepraat worden over kindjes die bij de geboorte gestorven zijn, wat een verademing. Ik moet het wel leren om hierover te praten tegen andere mensen. Stilaan brokkelt de muur af, we mogen praten over haar. Je voelt dat de maatschappij haar mening aan het veranderen is. Men blijft niet meer vasthouden aan de stelling dat we ons kindjes maar moeten vergeten. Ze mogen vanaf nu meetellen. De wereld aanvaardt dat je verdriet hebt, aanvaardt dat je je kindje wilt laten meetellen. Stilaan word ik niet meer zo gesloten en laat ik mijn verdriet toe.
Het overlijden van ons dochtertje heeft me wel degelijk veranderd. Het is een heel proces geworden. Zoals voorheen zal ik nooit meer worden maar dat hoeft niet voor me. Ik kan nu veel meer genieten van kleine dingen. Ik geniet van vogeltjes en vlindertjes die in de tuin fladderen, van een mooi liedje, van een lief gebaar… Het voelt allemaal veel intenser aan.
In 2019 verloren we een kleinkindje. Omdat het overlijden van ons dochtertje me veranderd heeft, kon ik hier veel beter mee omgaan. Ik wist waar ik voor stond, maar ook waar mijn dochter voor stond. Ik kon heel goed met mijn dochter praten en vooral luisteren.
Wat ik vooral geleerd heb is dat het leven niet altijd is zoals je verwacht maar dat het, ondanks alles, toch nog de moeite waard is. Ons dochtertje en ons kleinkindje hebben hiervoor gezorgd.
Mama’en na verlies (door Jana)
Hoe ik droomde. Keer op keer en steeds weer van hoe het zou kunnen zijn. Ik als mama met een kindje in ons gezin in ons leven. Het leek allemaal zo simpel, zo zorgeloos, zo vanzelfsprekend tot ons dochtertje Helena plots veel te vroeg ter wereld kwam en moest vechten voor haar leven. Plots kreeg dat hele ouderschap, dat mama zijn een totaal andere wending. Eentje van zorgen en angst en overleven. Zeker toen we haar na bijna 2 dagen ook nog eens moesten afgeven. Toen werd het enkel en alleen overleven en weer zoeken naar een manier van leren leven.
Een wens die na haar komst alleen nog maar groeide. Een wens voor een kindje hier fysiek werd 2 jaar later eindelijk realiteit. Die hele weg er naar toe, maar ook het mama’en na verlies zijn niet vanzelfsprekend. Ik neem jullie graag even mee naar de realiteit (in dec 2022).
Naar hoe een beeld van ons gezin alles en tegelijkertijd niets zegt.
Naar hoe zijn liefdevolle zachtheid me heelt. Het lijkt een perfect beeld. Maar toch struggle ik. Vind ik het moeilijk om evenwicht te vinden tussen Helena* en Warre, tussen mama en vrouw zijn, tussen zorgen voor hen of voor mezelf. En hoe de “of” eigenlijk een “en” moet zijn, maar ik niet zo goed weet hoe. Dat ik alles geef, wat ik bij Helena niet kon. Om in te halen ofzo. Om beter te doen. Omdat de paniek in mijn lijf soms nog steeds denkt dat het misschien wel de laatste keer kan zijn en ik er dan, kost wat kost, alles uitgehaald wil hebben. Maar het me desondanks alles eigenlijk ook wel best veel kost. Die angst dat elke mijlpaal plots de allerlaatste zou kunnen betekenen. Die angst dat keer op keer een klein beetje loslaten plots voorgoed zou zijn. Maar vooral ook leven, leven alsof elke dag de laatste kan zijn. Leven van geen enkel moment willen missen en hoe dan is hij al bijna 10 maand oud? Dichter bij de 1 dan bij de pasgeborene.
Dat leven als een pasgeboren mama. Weliswaar voor de 2e keer, maar voor de eerste keer langer dan 36 uur fysiek. Voor de eerste keer grabbelen die kleine poezelige handjes naar mijn lijf, vlijt dat kleine mannetje zich nacht na nacht tegen me aan, heb ik een borstverslaafde baby die bij de vraag “wil je melk” helemaal all the way gaat. Dat er een kindje hier fysiek is, dat groeit met, door en naast mijn zij. En dat ik nu moet mama’en voor twee ofzo. Dat ik mezelf dat alles opleg. Dat het nooit goed genoeg is, want wie weet wat brengt morgen. Dat ik alles uit elk moment wil halen. Maar dat ik soms vergeet dat er naast mijn zijde ook nog een fantastische man staat, dat ik naast mama ook nog vrouw en Jana ben, dat er eigenlijk ook nog meer is dan enkel onze kindjes (Wat is er dan meer? Hoezo? En vooral, wanneer?) Want ja wat voor Helena zo duidelijk en gemakkelijk leek, geeft me nu steeds vaker het gevoel van “soms weet ik het niet meer”. Hoe ik het doe, hoe ik het kan, hoe het moet. Niet meer de oude Jana, niet meer helemaal de Jana van vlak na Helena, maar ook nog niet de nieuwe(?) Jana. Want wie is die nieuwe ik?
Die ik die de trein terug op sprong, alsof ik er nooit naast, en eigenlijk ook onder gekatapulteerd werd. Gewoon omdat het moest. Desondanks dat het lijf al alle soorten bellen luidde. En met hoe het nooit goed genoeg is, want het mannetje heeft al een rugzak sinds dag 1 en ik die kost wat kost wil beschermen. Maar ook niet wil overbeschermen. En zo gaat de chaos in mijn hoofd nog wel even door. Een continu gepingpong, een zeef van een geheugen, een innerlijke strijd, een autopilot vs rouw, een mama vs vrouw. Zoekend naar wat meer evenwicht dan de afgelopen 10 maand. Maar, en vooral evenwicht zonder ook maar één iets te moeten missen, want je weet maar nooit.
Maar damn. Nooit gedacht dat mama’en, maar vooral ook mama’en na verlies zo ontzettend pittig en uitdagend, maar ook zo wonderschoon kon zijn. Zo puur. Zo zonder filter.
Mezelf doorheen de tijd (door Jana)
Wie ben ik? Wat ben ik? Wat wil ik? Vragen die ik me sinds 19 juni 2020 geregeld stel.
Ik ben gebroken, tot op de bodem gekraakt, mezelf helemaal verloren. Alles wat vroeger zo vanzelfsprekend leek, is dat nu allesbehalve. Dagdagelijks bots ik meermaals op mijn grenzen. Ben ik tot heel veel dingen niet meer toe in staat, raak ik razendsnel overprikkeld en ben ik zoekende. Zo ongelofelijk hard op zoek naar mezelf, naar het leven, naar wat het mij nog kan geven. Naar wat ik wil, naar hoe ik het zie. Vaak een combinatie van flarden aan elkaar. Zoekende. Niet altijd vindend. Verlangend. Naar meer. Rust. Meer haar. Meer tijd. Met haar.
Een reis doorheen de 4 jaren van tijd, van rouw, van leven met en zonder haar.
Volheid
Ik aanschouw hun volheid. Heel even voel ik me een van hen. Terug naar dat wonderlijke gevoel van jouw leven in mijn buik. Een milliseconde. Want meteen daarna overvalt me het gevoel van leegte. Gigantische leegte. Gemis in al zijn rauwheid, in al zijn hardheid. Vol versus leeg. Het contrast kan niet groter zijn. Ze kijken. Ik hoor hen denken, jij misschien ook ooit. Ze zouden eens moeten weten. Dat ik ook tot dat clubje behoor(de). Dat ik ooit ook de dromende volheid was. Verlangend, verwonderend, zwevend, aftellend naar een nieuw begin. Een nieuwe fase in ons leven.
Ik zie hen en denk. Hopelijk gaan zij nooit tot mijn clubje behoren. Het mamaclubje dat eerder een schaduwclubje is. Onzichtbaar en toch zo aanwezig. Soms groot, soms klein, maar nooit alleen.
De volheid snijdt, het gemis brandt. Ik krijg geen lucht. Mijn lijf blokkeert. Nog even doorgaan en dan moet het niet meer. Dan moet ik niet meer sterk zijn. Voor die mama’s met ronde buiken die zwevend door de winkel gaan. Je voelt hen bijna stralen. Het komt niet tot me toe. Het breekt in 1001 scherven ergens net voor die muur. Voor dat pantser om me heen. Beschermend om te kunnen ‘functioneren’ in de maatschappij. Dat masker onder het masker. Tot ik buiten ben en dan barst alles los, spat mijn pantser open, stromen ze weer. Mijn tranen. Is er weer ruimte voor lucht, ruimte voor mijn (on)zichtbare volheid. Mijn buik, mijn kind, mijn vrouwelijkheid. Want ook die raakte opnieuw de weg kwijt. Gefaald, minderwaardig, minder alles, omdat dat wat de meesten wel lukt, mij niet lukt. Of niet zoals ik hoopte, wenste, droomde. Tot dan zijn zij vol en ik leeg en zal het me blijven breken.
Sparkle
Ik raakte onderweg mijn sparkle kwijt. Die glinstering in mijn ogen, de openheid in mijn blik. Een blik die nu vooral beschermend is en naar binnen gekeerd is. Een blik vol gebrokenheid. Zoekend opnieuw naar openheid. Naar warmte, naar vuur in mijn lijf. Naar liefde voor mezelf, voor mijn lijf, naar liefde voor het leven en niet alleen de pijn en boosheid. Zoekend naar zachtheid. Want ik wil. Ik wil Helena’s zachtheid, puurheid, openheid, liefde dragen. Dag na dag, uur na uur, jaar na jaar. Voor altijd en tot altijd. Haar blik in mijn ogen. Mijn leven leven door haar ogen. Haar kijk op de wereld. Vol verwondering, vol van puurheid en zachtheid. Voor zichzelf, voor anderen, voor het leven, voor de wereld. Zoekend naar mijn sparkle.
Andere wereld
Soms heb ik het gevoel dat ik in 2 werelden leef. Mijn realiteit zonder Helena fysiek aanwezig en mijn leven, waar alles zijn gangetje gaat en er niets veranderd is/lijkt. Het is zo tegenstrijdig. Vaak voelt het of ik de ene binnenstap en de andere buitenga. In de ene wereld doe ik mijn werk, ga ik naar de winkel, ontmoet ik mensen en lijkt alles normaal. Alsof ik nooit zwanger ben geweest, alsof Helena er nooit is geweest. In de andere wereld is er rouw en verdriet, angst en gemis. Soms brengt een trigger me van de oude naar de nieuwe wereld, maar vaak moet ik bewust de omschakeling maken. Het is zo vreemd dat dit gebeurt. Mijn lijf draagt een korset, dat me beschermt tegen verdriet, pijn, angst en tegelijkertijd schreeuwt mijn lijf, doet het pijn. Hoe kunnen die 2 werelden zo verschillend zijn? Ik neem haar mee, telkens weer. Maar toch mis ik iets keer op keer. Ik ben niet meer dezelfde. De andere ik raakte ik onderweg kwijt. En toch functioneert mijn nieuwe ik in mijn nieuwe-oude leven als de oude ik. Dit is zo mindfuck. Zo raar. Zo verwarrend. Hoe kunnen die werelden zo ver uit elkaar liggen.
Zo zoekend in dit alles. Hoe de tijd het ook wel ietsje anders, ietsje zachter maakt. Hoe ik leerde leven met de pijn. Met het gemis dat op sommige dagen nog steeds heel erg voelbaar is. Hoe de tijd zo genadeloos snel is. Maar hoe ze ook verder leeft in ons hart, verweven in ons leven. Doorheen de tijd. Gegroeid in onze aanwezigheid. In haar roze wolken, in de bloemenweide in de tuin, overal en nergens aanwezig in ons zijn. Hoe het me anders maakte, anders in het diepste van mijn zijn. Zachter en tegelijkertijd ook harder. Voor anderen en mezelf. Nog steeds hopend en verlangend naar meer ademruimte, meer evenwicht in de chaos van de dit leven. Het leven dat jou werd ontnomen, maar mij opnieuw werd gegeven.