Toen de eerste lockdown net gaande was, ontdekten we dat we zwanger waren. Dolgelukkig waren we, maar ergens voelde ik ook direct een grote angst. De zwangerschap verliep, los van de vele kwaaltjes waar ik last van had en de weinige zorg door corona, best goed. Tot er op 33 weken zwangerschap veel vruchtwater te zien was. Vele tests, gynaecologen en een wissel van ziekenhuis later, werd op 36 weken ontdekt dat ons kindje een hartafwijking en een vermoedelijk slokdarmprobleem had. Er was toen vooral sprake van een ‘oplosbaar’ probleem. We werden door de artsen en psycholoog in het UZ Gent prima begeleid. Ze waren er voor vragen, bezorgdheden en toonden ons de plekjes waar Liv haar eerste weken zou vertoeven.
Aangezien Liv uitgerekend was rond Kerstmis, moest ik vroeger ingeleid worden zodat alle nodige dokters aanwezig waren om haar te helpen. Op 16 december was ze daar dan, onze kleine lieve meid. Na een lange bevalling mocht ze toch even enkele seconden op mij liggen om daarna gestabiliseerd te worden en naar de NICU gebracht te worden, exact zoals ons gezegd was op voorhand. Ik zat helemaal op mijn roze wolk tot één van de artsen na enkele uurtjes zei dat het helemaal niet zo goed ging met Liv. Ze vermoedde een syndroom waarbij er weinig tot geen levenskwaliteit was en men ging enkele onderzoeken uitvoeren. Ik sloot me af van de wereld en wilde ‘die baby’ niet meer zien. Tijdens de eerste ontmoeting op de NICU durfde ik haar niet aankijken. Ik keek naar mijn partner die vol liefde aan het staren was naar dat mensje in dat bedje waar ik naast geschoven stond. Ik wierp enkele scheve blikken en ging daarna weg.
De papa van Liv was een grote steun. Hij zei me dat het oké was om haar niet te willen zien, maar vroeg of ik er later geen spijt van zou hebben. Ik forceerde me de eerste dagen af en toe en ging naar de NICU om mijn dochter te leren kennen. Hoe meer ik haar zag, aanraakte en verzorgde, hoe verliefder ik opnieuw werd op dat kleine, schattige meisje dat ik mijn dochter mocht noemen.
Na anderhalve dag kregen we de officiële diagnose en het advies geen behandeling op te starten. We gingen akkoord met dit advies, maar nu ze toch gestabiliseerd en zonder pijn op de NICU lag, vroegen we een beetje tijd samen. Tijd om herinneringen voor het leven te maken. Dit kon en wij bleven die tijd in het ziekenhuis, zo dicht mogelijk bij Liv. We leerden haar kennen en ontdekten dat ze van knuffels en wasjes hield. Uren spendeerde ze op de arm/schoot van mij en haar papa.
Ze mocht, ondanks de coronapandemie, enkele bezoekers ontvangen. Ook op kerstnacht lag ze in mijn armen. Wij, compleet als gezin, voor één keer en daarna nooit meer. Op Kerstmis zelf werd ze gedoopt. En toen, met één blik naar elkaar, voelden Liv haar papa en ik dat het op was. Onze tijd samen was op.
Op 28 december kwam Boven De Wolken en werd Liv van de beademing gehaald om enkele uren later te sterven in de armen van haar papa. Op 6 januari werd ze gecremeerd en ’s avonds werden haar asjes thuis gebracht. Enkele dagen later vond, alweer geheel volgens de coronaregels, haar uitvaart plaats. Aangezien we dit zo een verschrikkelijk woord vonden – want hoe kan iemand die haar nooit gekend heeft van Liv afscheid nemen – kozen we voor de term ‘herinneringsfeest’. Een feestje om Liv voor altijd te herinneren. De mensen die aanwezig waren, hadden Liv allemaal in het echt gezien. Andere mensen konden meevolgen via een livestream.
En dan kwam het zwarte gat. Wat een schril contrast met die twaalf dagen samen, de gelukkigste tijd van mijn leven. Zo vol van liefde, zo vol van elkaar, zo compleet als ik ooit geweest ben. En daarna een lege buik, lege armen, een lege kamer, een leeg huis. Met ups en downs moesten we vooruit en betrokken we Liv in zo veel mogelijk zaken in ons leven. We kochten een hoop planten, gingen héél vaak wandelen en spotten vogeltjes. Dat is het symbooltje dat we voor Liv gekozen hadden toen ik nog zwanger was. Een vogeltje dat veel te vroeg haar vleugels uitsloeg.
In juli durfden we de stap zetten om een asjuweeltje te laten maken. Ik kwam terecht bij LunaLotta. Na een babbel en ons verhaal ontwierp zij een ketting waarin abstract het vogel-symbooltje van Liv te zien is. Op de voorkant staat een stukje uit haar voetafdruk en op de achterkant haar naam. Ik deed de asjes zelf in het juweel en Lieselot maakte daarna het juweeltje dicht.
Sinds ik het juweeltje heb, ben ik geen enkele keer buiten geweest zonder. Van het idee dat ze niet bij mij zou zijn, word ik een beetje gek. Door de ketting en in mijn hart, altijd en overal waar ik ben, zal Liv ook zijn. Ze is voor altijd een stukje van mij.
Anke, mama van Liv