Volgens de Dikke van Dale is de definitie van het woord taboe ‘verboden erover te praten, iets dat niet gezegd of gedaan mag worden’. Iets waar wij, ouders van een overleden kindje, te vaak mee geconfronteerd worden.
Maar wie beslist dat dan, of er al dan niet over een bepaald onderwerp kan en mag gepraat worden?
Voor de zwangerschap: fertiliteitsproblemen
Mijn vriendenkring bestaat voornamelijk uit een portie goedgezinde, vrolijke dertigers. Sommigen van hen hebben een eigen kroost, anderen zijn in hoopvolle verwachting, nog anderen denken nog lang niet aan deze luierfase. Hoewel iedereen wellicht zijn idee heeft over hoeveel kinderen je in de toekomst aan je ontbijttafel ziet zitten, rust er wel taboe over het proces ernaartoe.
Waarom vertellen wij niet aan elkaar wanneer we ‘aan het proberen zijn’? Waarom delen we de teleurstelling niet als we voor de zoveelste keer slechts 1 streepje krijgen nadat we op een stokje plasten? En nog erger: wat maakt dat het toch wat onwennig wordt wanneer het gesprek de richting neemt dat het allemaal niet lijkt te vlotten zoals we gehoopt hadden en dat er misschien wat medische hulp bij te pas moet komen?
Fertiliteitsproblemen palmen je hele leven in. ‘Loslaten’ moet zowat het meest gehoorde advies zijn daaromtrent. Maar hoe dan precies, wanneer je zo planmatig bezig bent met je eisprong die eraan komt, met de daaraan geplande ziekenhuisbezoeken, met hormoonspuiten zetten om 8u ’s morgens – en geen minuut later?
Onlangs vertelde een bevriend koppel me dat het hen maar niet lukte om zwanger te geraken en dat ze enkele medische procedures waren opgestart. Toen ik er wat later naar polste bij de man (de vrouw was er niet bij), gaf hij aan dat de onderzoeken hadden uitgewezen dat het probleem niet echt bij hem te situeren was. Hij was opgelucht: enerzijds omwille van dat resultaat, anderzijds dat hij dat eens uitgesproken had. Dat had hij nooit eerder over zijn lippen gekregen, niet tegen zijn vrienden, maar zelfs niet tegen zijn vriendin.
Een ander bevriend koppel windt er absoluut geen doekjes om. Zij zijn een zestal maand aan het proberen en hebben een miskraam achter de rug. Het uitgangspunt van hun openheid over dit thema? Als het fout loopt, als het niet loopt zoals gepland, dan wil ik daar met vrienden en vriendinnen over kunnen praten. Wij schamen ons niet dat het niet meteen lukt, wij kunnen daar niets aan doen. Dus waarom zouden we dat verdriet en die hunker naar een gezin niet delen met onze vrienden? Dat doen we ook over onderwerpen zoals het werk, onze relatie, het leven. En een kinderwens hoort bij het leven, dus laten we er over praten.
Tijdens de zwangerschap
Hoera – eindelijk! – zwanger! De vreugde is groot, het geluk immens. De rollercoaster kan beginnen: wat moet ik voelen? Is dat pijntje normaal? Vanaf wanneer kan ik de baby voelen? … En toch kiezen veel mensen ervoor om al de vragen, twijfels, maar vooral de liefde voor dit kleine wezentje nog even binnen hun eigen vier muren te houden. Waarom dan, vraag ik me af? Het meest gehoorde antwoord daarop is: “We wachten tot de grens van 12 weken, want dan weten we dat alles ok is.” Wij, ouders die een kindje verloren, weten als geen ander dat deze grens niet veel waard is. Wij beseffen meer dan wie dan ook dat we nooit met zekerheid behoed zullen zijn van een te vroeg afscheid. Dus, waarom delen we dit prille geluk niet met de mensen rondom ons? Stel dat het toch niet allemaal rozengeur en maneschijn is, zijn zij namelijk ook degenen die we nodig hebben rondom ons, voor een babbel, een sms’je of een stilzwijgend wandelingetje in het park.
Wij kiezen er heel bewust voor om openlijk te vertellen dat wij tweemaal onze zwangerschap hebben afgebroken omwille van Syndroom van Down om dit zo uit de taboesfeer te halen.
Sofie, moeke van Magnus, Lennon* en Marve*
Zelf had ik een heel moeilijke zwangerschap met veel angst, ziekenhuisopnames en pijn. Hoewel ik mijn ei hierover wel kwijt kon bij vriendinnen, werd het verhaal toch vaak wat afgestompt met zinnen zoals “het gaat het allemaal waard zijn” of “op het einde van de rit ga je een prachtig kindje in je handen hebben”. Beide zinnen zijn meer dan waar, maar niet zoals het gedroomde scenario natuurlijk. Ik merkte dat vrienden het lastig hadden om te zien dat ik de roze wolk absoluut niet ervoer. Dat hoorde op de één of andere manier niet. Je bent zwanger, je krijgt het kindje waar je al zo lang naar verlangt. Dan moet je op de één of andere manier een happy ‘mom/dad to be zijn’. Dat ik vooral angst en pijn voelde, daar werd ik niet altijd in erkend.
Na de zwangerschap: reacties van de omgeving na je verlies
Het ondenkbare is gebeurd: veel te vroeg en te abrupt moet je afscheid nemen van je kleine lieveling. Soms nog veel te klein, soms al helemaal voldragen en nog enige tijd bij je geweest. Maar altijd veel te stil. En dan begint je proces, je helse rouwproces. Want dit leer je natuurlijk niet op de schoolbanken, hoe je omgaat met zo’n verdriet, de leegte die dat kleine wezentje bij je achterlaat.
Hoewel ik nog steeds omgeven word door dezelfde vrienden als voordien, moet ik wel toegeven dat de kaarten anders verdeeld zijn. Sommige vrienden zorgen voor me alsof het hun eigen kind is dat overleed. Anderen kunnen de naam van mijn zoon niet eens uitspreken. Wat is het ergste dat kan gebeuren, denk ik vaak? Dat ik een enorme huilbui krijg en mijn verdriet even van me afschud? Dat ik toegeef hoe zwaar het is en hoe hard ik mijn klein baby’tje mis?
Het was nog taboe in de jaren 90 om over je kindje te praten alsof het deel uitmaakte van je gezin. Wat niet meer leefde was er niet voor de wereld. Verdriet werd ook niet met iedereen gedeeld, laat staan daar openlijk over te spreken in een onbekende groep.
Gerlinde, mama van Charlotte* en …
Ik heb een pracht van een bevalling achter de rug en ben zeer trots en verliefd op mijn kindje. Hoewel dat ook is hoe ik het verhaal aan mensen vertel, merk ik dat ze zeer hard twijfelen over wat kan en mag. Zo wordt er bijvoorbeeld zelden naar foto’s van mijn zoontje gevraagd, terwijl ik niet liever doe dan hem delen met de rest van de wereld. Het is niet omdat je kindje gestorven is, dat je de moeder- of vaderliefde niet voelt.
24 jaar geleden was de naam van ons kindje uitspreken haast taboe, laat staan ons verhaal te vertellen. Ik ben koppig blijven praten over wat ons overkwam omdat ik het gevoel had dat ik haar anders een tweede keer verloor, haar bestaan geen doel had…
Eva, mama van Sarah*, Nora en Simon
Mijn verlangen: laten we taboes doorbreken! Het is helemaal normaal om je gestorven baby als lid van je gezin te zien, om foto’s te delen van het zwaarste, maar misschien ook wel het wonderlijkste moment in je leven en het is helemaal oké om dat stille kindje een naam en een verhaal te geven. Want, dat zijn onze kindjes waard. Allemaal, één voor één.
Astrid, mama van Mil*